Dr. Maria Montessori

Maria Montessori en de Montessori Methode: Een Inleiding

Dr. Maria Montessori, een Italiaanse arts, antropologe en wetenschapper, was een pionier op vele gebieden, variërend van vrouwenrechten tot geometrie en vooral ook kinderen. Haar grootste bijdrage was echter op het gebied van onderwijs, in haar werk met kinderen. Geboren in 1870, koos zij als vrouw voor een medische opleiding - een ongebruikelijke keuze in haar tijd. Ze wendde haar vaardigheden aan om te werken met kinderen die een mentale achterstand hadden, wat leidde tot opmerkelijke resultaten. Deze kinderen slaagden, na met haar te hebben gewerkt, voor het staatsexamen met hogere cijfers dan de meerderheid van hun leeIijdsgenoten zonder speciale behoeIen.

Haar Aanpak en Filosofie

Dr. Montessori observeerde kinderen nauwgezet, documenteerde hun gedrag en ontwikkeling, en bood materialen aan die hun interesse wekten. Haar methode was gebaseerd op het volgen van hun natuurlijke neigingen en het aanpassen van hun omgeving aan hun behoeften. Ze ontdekte dat kinderen, wanneer ze in de juiste omgeving worden geplaatst, zorgzaam, bekwaam en leergierig zijn, in tegenstelling tot de toen heersende overtuiging dat kinderen koppig en egoïstisch zijn.

De Montessori Methode: Ontwikkelingsgebieden

Dr. Montessori identificeerde vier ontwikkelingsgebieden die een raamwerk bieden voor het begrijpen van menselijke ontwikkeling van geboorte tot volwassenheid (ongeveer 24 jaar oud). Deze gebieden zijn: de kindertijd (0 tot 6 jaar), de jeugd (6 tot 12 jaar), de adolescentie (12 tot 18 jaar) en de vroege volwassenheid (18 tot 24 jaar). Ze was haar tijd ver vooruit door de leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar te beschouwen als onderdeel van de kinderjaren, een inzicht dat later werd ondersteund door onderzoek naar de ontwikkeling van de prefrontale cortex.

Observaties

In elke ontwikkelingsfase kunnen ouders bepaalde kenmerken observeren, zoals een aantrekking tot specifieke elementen van de omgeving, verhoogde activiteit en concentratie rondom een interessegebied, en een gevoel van voldoening na voltooiing van een taak. Het is belangrijk om het kind zo zelfstandig mogelijk te maken door het zo goed mogelijk te ondersteunen. De ouder past de omgeving aan aan de behoeIe van het kind om dit te kunnen realiseren.

Voorbeeld van Ontwikkelde Vaardigheden

• Taal: Van gesproken taal in de baarmoeder tot ongeveer 2,5-3 jaar, gevolgd door schrijven van 3,5 jaar

  tot 4,5 jaar, en lezen van 4,5 jaar tot 5,5 jaar.

• Volgorde: Belangrijk vanaf de geboorte tot 5 jaar, met een piek tussen 1,5 en 2,5 jaar.

  Het missen van een gevoelige periode betekent niet dat een kind een vaardigheid niet kan leren, maar wel dat het leren ervan meer moeite kost.